Ontmoet Maarten Visser. Binnen Rapid Circle vervult Maarten de rol van bedrijfsadviseur in de Office of the CTO. Maarten is de schakel achter alles op het gebied van vernieuwing, processen en verandering. Toch is technologie geen nieuw begrip in zijn leven. Al op jonge leeftijd was hij veel met techniek bezig. Van het maken van op afstand bestuurbare auto’s, mega demo’s en synthesizers, niks was te gek in huize Visser. Vandaag blikken we terug naar hoe het begon en nemen we een kijkje in zijn wereld. Klaar om onze innovator te ontmoeten?

Laten we beginnen bij het begin. Wat heeft jou geïnspireerd om een carrière te starten binnen de IT-sector?

“Onbewust zat Informatie Technologie al heel lang in mijn leven. Al heel erg lang. Toch heb ik van te voren nooit gedacht dat ik er iets mee zou gaan doen en dat gebeurde uiteindelijk wel. Mijn vader was namelijk super technisch. Hij had HTS (hogere technische school) gedaan en bij Philips gewerkt, maar kreeg reuma waardoor hij beperkt werd in de mogelijkheden om te werken. Daardoor werkte hij halve dagen en was hij veel meer dan de meeste vaders thuis. Hierdoor deden we minder buitenactiviteiten, zoals sporten, maar konden we wel veel andere activiteiten doen, zoals in zijn werkkamer gaan knutselen met elektronica.

Ik ben dus opgegroeid in een huis waarbij we coole dingen die we op tv en in films zagen gingen namaken. We noemden het ook wel ‘prutsen’. Dan gingen we naar zijn werkkamer en daar stonden allerlei soorten elektronica. Hij begon dan met het uitzoeken van schema’s en dan gingen we solderen en ik hielp hem daarbij. We hebben bijvoorbeeld wel eens een op afstand bestuurbare auto gemaakt, versterkers en een mega grote subwoofer. Toen ik klein was vond mijn vader het ook erg leuk om met behulp van de eerste chips kleine synthesizers te maken met heel veel LED verlichting en knopjes en die gebruikte ik dan weer om mijn eigen ruimteschip in te richten. Een ultieme kinderdroom.”

En dit ben je altijd blijven doen?

“Nou, het begon met de setting van mijn vader. Toen ik acht was kreeg ik een Commodore 64. Daarvoor maakten we bijvoorbeeld met Mecano of LEGO een plotter of robotarmen die we dan met BASIC konden aansturen. Ik begon zodoende ook af en toe te programmeren en dingen aan te passen van bestaande programma’s. Wat ik er leuk aan vond, was dat ik er creatief mee kon zijn. Naast het genereren van afbeeldingen ontdekte ik ook dat ik geluiden kon maken en later ook dat ik er muziek mee kon produceren. Natuurlijk speelde ik ook veel games, maar het creëren van dingen vond ik nog veel interessanter.”

Wat voor dingen creëerde je zoal?

“Toen ik 13 was, was het 1988. We hebben het hier dus over de jaren tachtig, wat sowieso een hele leuke en creatieve periode was. In dat jaar kreeg ik een computer die waarschijnlijk de meeste invloed heeft gehad op mijn leven. Dat was de Commodore Amiga 500. Hiermee kon je onder andere over vier kanalen geluid en samples afspelen, die je naast elkaar kon gebruiken. Behalve dat je er de eerste echte 3D afbeeldingen mee kon maken, kon je er dus ook muziek mee produceren. Samen met een vriend maakte ik programma’s waarin we afbeeldingen toonden en muziek afspeelden. Toen we op de middelbare school de eerste elektronische dancemuziek begonnen te horen, vooral New Beat uit België en House uit Detroit, was ik direct een goot fan. Ik begon thuis en onderweg naast Rock en Pop dus ook naar allerlei soorten elektronische muziek te luisteren op mijn walkman. Toen ik 16 was maakte ik met 2 vrienden een nummer voor een schoolfeest en tot mijn stomme verbazing was dat een groot succes. Vervolgens durfde ik toen ook mijn eerste live optreden te doen tijdens het ‘Open Podium’. Een jaar later, op mijn 17e, kwam een cassette met mijn muziek terecht bij een DJ (The Dark Raver) in Den Haag, waar ik veel uit ging. Dat jaar werd ook mijn eerste plaat uitbracht. Het was een hele bijzondere tijd in mijn leven, want daar stond ik dan als ‘nerd’ opeens op podia voor honderden of vele duizenden ravers op te treden.”

En toen ging je verder in de muziekindustrie?

“Dat jaar werd ook het World Wide Web beschikbaar op universiteiten en kort daarna ook via de eerste internet providers. Nu is het hartstikke ondenkbaar dat het ooit niet zo is geweest, maar zeker in de eerste jaren sprak de droom van 'de wereld kunnen verbinden als digitale dorp' bij mij enorm tot de verbeelding. Ik ging zodoende websites bouwen voor bedrijven en leerde met technologie, zoals Cold Fusion, hoe ik deze websites dynamisch kon maken. Het bouwen van websites verdiende helaas niet zo goed als het produceren van muziek, maar toen ik op het punt stond het tweede jaar van mijn studie te verpesten, heb ik bewust de keuze gemaakt om de wereld van Techno/Gabber achter me te laten en mij te focussen op internet technologie en het afronden van mijn studie.”

Leerde je dit allemaal tijdens je studie of heb je dit jezelf aangeleerd?

“Stukjes daarvan kreeg ik wel in mijn studie, maar ik ben altijd wel een autodidact geweest. Dus zelf zocht ik ook vaak dingen op en probeerde ik dingen uit. Ook kocht ik veel tijdschriften en boeken waar ik informatie uit kon halen. Op een gegeven moment ging ik afstuderen bij een Microsoft System Integrator in Den Haag, waar ik het intranet bouwde op basis van Outlook Web Access 5.5 en Microsoft Site Server. Dat was in 1999 en sindsdien ben ik actief gebleven rond interne communicatie en workflows met Microsoft technologie. Zodoende ben ik dus de IT-sector ingerold. Ik zag de potentie van technologie en ik vond het leuk om er mooie dingen mee te creëren.”

Een goed idee is nog geen reden voor innovatie.

Maarten Visser, Bedrijfsadviseur in de Office of the CTO van Rapid Circle

Als je kijkt naar nu, wat vind jij op dit moment de grootste uitdaging in je werk?

“Het is zo dat ik uiteindelijk mensen, klanten en collega’s wil helpen, maar ik vind heel veel van het werk ook gewoon ontzettend leuk om te doen. Dus één van mijn uitdagingen is dat ik misschien vast kan lopen in het prioriteren van mijn werk. Voorzichtig zijn met toezeggingen die ik doe blijft iets waar ik me scherp op moet houden. Ik probeer nu bijvoorbeeld een maximum te hangen aan het aantal projecten die ik doe en daarnaast nog ruimte over te houden voor dingen die gaandeweg op mijn pad komen. En dat doe ik niet alleen voor mezelf, maar ook zodat ik collega’s kan ondersteunen als ze ergens tegenaan lopen. Kennis delen hoort namelijk ook bij mijn rol en daar haal ik ook veel energie uit.”

Je staat bekend als iemand die altijd extreem enthousiast en energiek is. Hoe blijf je altijd zo gemotiveerd en gedreven?

“Door te weten dat ieder probleem oplosbaar is in mijn vakgebied. Het fijne van technologie is dat je het kan ontwikkelen en dat het maakbaar is. En ik zie het soms ook gewoon als één grote puzzel. Aan de andere kant heb je natuurlijk ook de mensenkant. Ik doe vaak projecten en dan is de grootste uitdaging toch altijd de mens en het aanpassingsvermogen. Het kan zijn dat iemand in het team bijvoorbeeld niet lekker in zijn vel zit of dat je per ongeluk op iemand zijn tenen bent gaan staan. Die dingen gebeuren gewoon. Grappig genoeg denk ik dat ik door de 5 jaar die ik in de muziekindustrie heb gespendeerd, en vaak 4 keer per week in een club of rave party te vinden was, behoorlijk wat mensenkennis heb opgebouwd. Daarnaast heb ik in mijn carrière veel mogelijkheden gehad om mij te ontwikkelen als adviseur. Ik kan me zodoende behoorlijk goed verplaatsen in het perspectief van een ander.”

Wat is jouw persoonlijke filosofie als het gaat om innovatie?

“Een belangrijk element, wat ik mezelf eigen maak, is de volgordelijkheid. Innovatie wordt nog weleens gezien als een soort ‘magie’. We gaan allemaal in een ruimte zitten en dan 'brainstormen' we een fantastisch idee. Zo werkt het dus niet. Innovatie is een gestructureerd proces, en dat begint met een aantal open vragen om te bepalen waar de prioriteit ligt en in welk deelgebied. Mensen voelen vaak dat iets niet klopt, maar weten niet precies wat. Het is dan aan mij om op zoek te gaan naar de oorsprong van die gedachten. Er zijn ontzettend veel ideeën in de wereld, maar er zijn er maar weinig die echt hout snijden en kans van slagen hebben. Dus een goed idee is nog geen reden voor innovatie. Je begint pas met innoveren als je je idee kunt onderbouwen met feiten en als de aannames na het toetsen ook blijken te kloppen.”

Wat vind jij dat jou onderscheidend maakt van anderen in je vakgebied?

“Dat ik een combinatie van elementen heb ontwikkeld. Want in mijn jongere jaren leefde ik een tijd binnen de wereld van clubs, festivals en de muziekindustrie, maar daarnaast ben ik ook gewoon een echte nerd. Een deel van mij vind het heerlijk om urenlang te rommelen met een stukje techniek, te snappen hoe het werkt en er dan iets geks mee te doen. Gewoon voor de fun. Maar dankzij mijn jaren in de dance-industrie heb ik een heel breed spectrum aan mensen leren kennen en veel sociale skills kunnen ontwikkelen. Op jonge leeftijd heb ik moeten uitvinden hoe je een grote groep mensen kunt entertainen. Wat mij dus waarschijnlijk anders maakt, is dat ik een entertainer ben, en daarnaast tot op de diepste niveau weet wat je met technologie kunt doen. Dankzij mijn bedrijfskundige achtergrond en interesse kan ik mijn ook goed verplaatsen in het management van organisaties. Zodoende kan ik bijna met iedereen op de werkvloer goed meedenken en adviseren.”