Ontmoet Michael Angelista. Michael is 41 jaar, woont in Zwolle, is getrouwd en heeft twee kinderen. Overdag werkt Michael bij Rapid Circle en vervult hij de rol van Client Consultant, maar in de avonduren runt hij niets minder dan zijn eigen dojo op het gebied van Brazilian Jiu Jitsu. Klaar om onze vechtsport kampioen te ontmoeten?
Laten we beginnen bij het begin. Hoe kwam je terecht bij jouw rol als Client Consultant?
“Ik ben begonnen als systeembeheerder. Ik kom dus echt uit de techniek en heb daar ongeveer 16 jaar in gezeten. Willem Jonkers, een collega van ons en goede vriend van mij, die begon toen te vragen of ik bij hem wilde werken. En ik zei dan, nee joh, dat hoeft niet. Ik zit goed waar ik zit. Uiteindelijk ben ik toch overstag gegaan en begonnen we te zoeken naar een rol voor mij binnen Rapid Circle. Hier kwam uiteindelijk de rol van Client Consultant uit. Ik ben namelijk echt een mensenmens. Ik vind het heerlijk om onder de mensen te zijn, om te praten en om te doen. En met de techniek was dat niet echt zo. Toch heeft het uiteindelijk nog ruim een jaar geduurd voordat ik de stap echt nam, maar zodoende ben ik nu hier. Ik ben dus eigenlijk vanuit de techniek naar een rol als consultant gegaan.”
En hoe ben je geïnteresseerd geraakt in MMA? Wat trok je aan in de sport?
“Als klein jongetje kon ik niet heel veel met een bal. De meeste jongetjes gaan op voetbal of die gaan op tennis en dat vond ik allemaal niks aan. Dus op vrij jonge leeftijd ben ik begonnen met judo en vervolgens ben ik doorgestoken naar karate. Toen was ik een jaar of zes. Ik deed twee sporten tegelijk en uiteindelijk heb ik dat een paar jaar gedaan. In die periode heb ik veel toernooien gewonnen en prijzen binnengehaald, maar ik vond het allemaal wat te soft worden. Ik ben toen overgestapt op kickboksen en daarna ben ik doorgestoken naar MMA. Ik ben er dus eigenlijk ingerold, omdat ik niet veel anders kon dan werken met mijn lichaam en met mijn kracht.”
Is er een wedstrijd die je echt bij is gebleven? Die je ook gewonnen hebt misschien?
“Ja, mijn op een na laatste wedstrijd. Dat was in Dublin en daar vocht ik voor ongeveer 10.000 man. Dat was heel gaaf, want ik vocht tegen iemand die daar vandaan kwam. Het was een heel beladen wedstrijd en een pittige partij. Er waren drie rondes en ik kan me nog goed herinneren dat we in de laatste ronde allebei onder het bloed zaten. Uiteindelijk begon het hele publiek mijn naam te roepen. Ik heb de wedstrijd gewonnen, maar die ene moment zal ik dus nooit vergeten. Het was echt uniek.”
Ben je blij met je overwinningen?
“Ja, zeker. Ik mag er heel trots op zijn. Ik heb in totaal 27 wedstrijden gevochten, waarvan ik er 20 heb gewonnen. Voor mijn wedstrijden heb veel moeten reizen, dus ik heb er ook erg van kunnen genieten en ik heb veel van de wereld kunnen zien. Het enige nadeel wat ik eraan over heb gehouden zijn mijn bloemkooloren. Door de vele klappen zijn mijn oren gaan misvormen. Ik zie mensen dan ook vaak richting mijn oren kijken tijdens gesprekken. Ik ben me er goed van bewust dat het een lelijk ding aan mijn hoofd is, maar vechtsport is niet altijd mooi. Mijn bloemkooloren horen hier nou eenmaal bij en mogen er best wezen.”
Hoe zit het met de mindere wedstrijden?
“Er was een wedstrijd in Schotland die me ook erg is bijgebleven. De tegenpartij was heel goed getraind en binnen een paar minuten had hij al gewonnen. Dat is iets waar ik tot op de dag van vandaag nog steeds mee struggle. In de vechtsportwereld heb je namelijk pieken en dalen. De pieken zijn heel hoog, maar de dalen zijn ook heel erg diep. Als je bijvoorbeeld in een teamsport zit, dan kun je tekeer gaan tegen je teamgenoten, maar in dit soort sporten kan dat niet. Je moet het zelf doen en als iets niet goed gaat, dan baal je van jezelf. En dat kan nog wel eens deprimerend zijn. Vooral als je zeven tot acht weken keihard aan het trainen bent. Je geeft alles en je ziet je gezin niet. Je bent alleen maar aan het trainen, trainen, trainen. En dan komt er zo'n wedstrijd en dan denk je 'oké, je bent voorbereid' en dan verlies je binnen een minuut. Nou, erger kan haast niet. Het was voor mij echt een hel.”
Wat heb je daarvan geleerd?
“Ik heb veel wedstrijden gedaan en ook heel veel verloren. Dan kijk je jezelf toch wel af en toe in de spiegel aan. Want waarom doe ik dit? Waar ben ik mee bezig? En waarom verlies ik alweer? Het is ook een stukje zelfreflectie. In deze wereld heeft het veel te maken met hoe jij zelf als persoon bent en wat je allemaal doet. Ik heb natuurlijk ook gewoon een fulltime baan als Client Consultant. Daarnaast heb ik een gezin en twee kinderen. Ik heb het heel druk en de jongens tegen wie ik vecht, zijn jongens die dat niet hebben. Die zijn ook een stuk jonger en dan heb je nog een hele andere mindset. Hoe leger je hoofd is, hoe beter je presteert. Misschien is dat iets waar ik nu niet meer tegenop kan.”
Ik zeg ook vaak, drie jaar geleden zijn de mangozaadjes geplant. En ik ben nu aan het genieten van de mango’s, van de mangoboom.
Michael Angelista, Client Consultant bij Rapid Circle
Wat haal je uit MMA dat je niet kan krijgen in jouw rol als Client Consultant?
“Ik denk dat je de opgekropte woede, die je misschien niet kan uiten tijdens je werk, wel daar kan uiten. Dat is ook de reden waarom je eigenlijk door de sport zelf de rust kan bewaren. Momenteel zit MMA in het verleden voor mij en richt ik me volledig op Brazilian Jiu Jitsu, dus BJJ. Dat is ook wat meer relaxed. Het is wel een agressieve sport, maar ik zie het meer als een kunst. Want je bent met elkaar aan het worstelen, maar tegelijkertijd schakel je ook met elkaar. Je reageert continu op de ander en het is elke keer een ander spel. Het zorgt er ook voor dat ik dingen anders zie en onbewust gebruik ik dat weer tijdens mijn werk als consultant.”
En je hebt nu je eigen dojo. Wat inspireerde je om deze te openen?
“Het is altijd al mijn ambitie geweest om een eigen sportschool te openen. En drie jaar geleden heb ik uiteindelijk de keuze gemaakt, met twee van mijn ‘broeders’ die ik kende van het trainen, om een dojo te openen in Zwolle. In het begin deden we dit om zelf wat meer te kunnen trainen en om ons voor te bereiden op wedstrijden. We hadden wat matten in een kleine zaal en begonnen met zo’n 15 man. Dit bleek erg succesvol en we groeiden al snel door van 15 naar 150 leden. De jongste die momenteel bij ons traint is 7 jaar en de oudste is 63. Dat is ook het mooie ervan. Brazilian Jiu Jitsu is voor iedereen. Jong, oud, meisje, jongen. Het maakt niet uit, iedereen is welkom. Inmiddels is het een officiële KVK dojo waar we ons volledig richten op Brazilian Jiu Jitsu, wat vrij uniek is in Nederland. Het is een beetje het weggeschoven kindje die wij onder de aandacht proberen te brengen. Ons doel is om Zwolle de capital van Jiu Jitsu te maken. Ik zeg ook vaak, drie jaar geleden zijn de mangozaadjes geplant. En ik ben nu aan het genieten van de mango’s, van de mangoboom.”
Heeft de dojo jouw manier van denken of leven veranderd?
“Zeker! En op een positieve manier. Het is iets waar mijn passie en mijn liefde ligt. En dat zorgt er weer voor dat ik goed kan functioneren bij Rapid Circle. Als ik mijn hoofd na een drukke werkdag leeg wil maken, heb ik een plek waar ik naartoe kan gaan en waar ik iets anders kan doen. BJJ Is een soort van therapie. Het werkt echt op een therapeutische basis. Je kunt jezelf zo leeggooien, op een leuke manier. Je leert wat, maar je gaat ook meteen om met je eventuele demonen of dingen die je dwars zitten. Dit kun je op een leuke of op een sportieve manier uiten en dat is heel erg fijn.”
Welke principes kan ik terugvinden in jouw dojo die jij meegeeft aan je leerlingen?
“Respect. Dat staat echt bovenaan. Daar hecht ik heel veel waarde aan. Ik breng dit bij ze over door het er heel veel over te hebben, maar ook door het af te straffen als het er niet is. Als iemand bijvoorbeeld niet wilt luisteren, kan diegene aan de kant gezet worden of eruit worden gestuurd. We lachen bij ons niemand uit en als iemand langzamer is dan jij, dan help je diegene. Ook zorgen we ervoor dat we mensen zelfvertrouwen geven. Ik heb genoeg jongens bij ons trainen die heel weinig zelfvertrouwen hebben, maar die een functie hebben in het dagelijkse leven waar ze dat wel moeten hebben. Door de trainingen zie je dat ze steeds meer hun borst vooruit brengen, rechter lopen en hun schouders naar achteren gooien. Het is een mooi voorbeeld van hoe we een veilige plek proberen te creëren. Iedereen mag gewoon zichzelf zijn en we proberen iedereen te helpen.”
Is er een reden waarom respect zo hoog ligt bij jou?
“Veel mensen zullen misschien niet snappen waarom respect zo hoog ligt bij mij, omdat ze zelf niet in de vechtsportwereld zitten. Van mijn krijg je respect, maar je moet het ook verdienen. Ik ben daar best wel zwart-wit in. Verder is het waarschijnlijk ook aangeleerd tijdens mijn jeugd. Ik moest het op vrij jonge leeftijd allemaal zelf doen en werd dus eigenlijk al vroeg aan mijn lot overgelaten. Dat is toch wel iets wat me heel hard heeft gemaakt. In die periode heb ik anderhalf jaar tot twee jaar op straat moeten overleven. Ik weet dus hoe het is om in een slaaphuis te moeten slapen voor een gulden per avond. Ondanks dat het geen leuke periode was, heeft het mij wel gevormd tot wie ik ben. Ik heb geleerd om altijd hard te moeten werken voor dingen en dat niks zomaar komt aanwaaien. Dus dat is ook iets wat ik meegeef aan mijn leerlingen in de dojo. Hoe harder je werkt, hoe meer je wordt beloond. Je kunt zeggen dat dat ook mijn motto is in het leven. Ik ga altijd voor goud, want zilver is geen optie. Zolang je voor goud gaat, kun je haast niet falen.”